De Hervormde Gemeente Weert (/Budel)
door Cor Tubée
De Hervormde Gemeente, die aanvankelijk gecombineerd was met Roermond, werd gesticht op 31 mei 1852. De eerste kerkenraad werd op 27 juni 1852 bevestigd’ In 1852 werden de hervormde inwoners van Weert bediend door de predikant Ds. Begemann uit Roermond2 . Op 10 februari 1853 verleende koning Willem III aan de hervormden vergunning voor het uitoefenen van hun openbare eredienst in de door hen aangekochte panden in de Langstraat. Aangezien één dezer panden nog verpacht bleek te zijn, besloot de kerkenraad tot aankoop van een pand aan de Oelemarkt, het huidige pand Oelemarkt 12 3 . In september 1853 kwam het pand vrij en werd het betrokken door de lidmaat C.G.H. Smits. De kerkenraad verkreeg de goedkeuring om hier tijdelijk tot juni 1854 openbare godsdienstoefeningen te houden. Vermoedelijk was dit pand beter geschikt voor de huisvesting van kerk en pastorie dan de panden in de Langstraat, want deze laatste werden nimmer gebruikt. In 1856 werden de panden, die later een onderdeel zouden vormen van het gebouwencomplex van de zusters Ursulinen, verkocht4 De gemeente telde op 1 januari 1855 63 leden 5 . Op 16 september 1855 werd Ds. de Jong als hulppredikant geïnstalleerd6 Hij ging wonen in het pand aan de Oelemarkt en vertrok in 1859 naar Voorburg.
Bij Koninklijk Besluit van 14 augustus 1859 werd de Hervormde Gemeente zelfstandig verklaard, waarna op 8 januari 1860 Ds. J.H. Berghege Az als eerste predikant werd bevestigd 7 Ook hij nam zijn intrek in de pastorie aan de Oelemarkt. De financiële middelen van de nieuwe gemeente waren minimaal. In maart 1860 besloot de minister van Financiën “de kleine hervormde gemeente te Weert als volstrekt onvermogend van alle bijdrage tot de classicale kas vrij te stellen” 8
Oelemarkt 12.
Op I december 1883 ging Ds. Berghege met emeritaat. In de periode 1870-1883 varieerde het ledental van 17 tot 25 9 Vanaf 1879 fungeerde er geen kerkenraad en nam het bestuur van de classis Maastricht de taak van de kerkenraad waar.
Na het vertrek van Ds. Berghege werden kerk en pastorie aan een grondige restauratie onderworpen, waarvan de kosten op f 3.163,30 werden geraamd. De werkzaamheden waren in november 1885 voltooid 10 Teneinde het gebouw tegen baldadigheden te vrijwaren had het Provinciaal College van Toezicht in Limburg erin toegestemd dat de koster de pastorie om niet zou bewonen’ .
Het duurde tot 1900 vooraleer men erin slaagde een tijdelijke predikant aan te trekken. Op 14 oktober werd Ds. C.A. Klinkenberg, emeritus-predikant van Beusichem, als zodanig bevestigd. In maart 1901 werd eindelijk een nieuwe kerkenraad gekozen. Ds. Klinkenberg nam in november 1906 wegens ongesteldheid afscheid van de gemeente en overleed twee maanden later te ‘s-Gravenhage. Op 10 februari 1907 vond de intrede plaats van Ds. F.G. Moeton, emeritus-predikant van Harderwijk, doch deze keerde begin september weer terug naar zijn vorige woonplaats Ermelo, waar hij korte tijd later overleed.
Op 18 april 1909 werd de beroepen kandidaat Ds. A.W. Huiskamp bevestigd. Aangezien het pand aan de Oelemarkt in slechte staat verkeerde en ook minder geschikt werd geacht voor de huisvesting van kerk én pastorie, werd besloten het pand te verkopen en een nieuwe kerk en pastorie te bouwen. De kerkenraad kocht daartoe op 9 juli 1909 van Peter Mathijs Nouwen een perceel bouwland aan de Maaspoort ter grootte van 2040 m 2 voor de som van f 2496,-. De eerste steenlegging van de pastorie
Voorgevel van de kerk. Voorgevel van de kerk (detail).
geschiedde op 7 november 1910 door Olga van Heukelom, dochter van de architect. De pastorie werd in mei 1911 in gebruik genomen. De eerste steen van de kerk werd op 6 maart 1912 gelegd door Ds. van Rossem uit Roermond, waarna op 7 juli 1912 de plechtige inwijding plaatsvond 12 Pastorie en kerk werden gebouwd door de Weerter aannemer Weegels.
Intussen was Ds. Huiskamp op 24 september 191 1 vertrokken naar Venlo. Van 25 februari 1912 tot 13 juni 1920 was Ds. D. W.O. Mühlnickel predikant in Weert. Onder zijn opvolger Ds. J.P. Miedema werd in november 1920 gestart met een zondagssch001 13 Miedema werd op 24 juli 1924 opgevolgd door Ds. Jac de Pree, die op 6 november 1926 reeds ontslag nam. Vervolgens werd Ds. P.A.C. Douwes op 16 oktober 1927 bevestigd. Hij overleed op I I januari 1935. Als zijn opvolger deed Ds. J.R.B. Feykes op 6 september 1936 zijn intrede. Tegen het einde van de jaren dertig deden kerk en consistoriekamer tijdelijk dienst als Protestants Militair Tehuis. Ds. Feykes verdronk waarschijnlijk op 26 januari 1944 in het kanaal van Wessem naar Nederweert, toen hij een gemeentelid in Grathem wilde bezoeken. De pastorie werd in december 1944 door Engelse militairen gevorderd en verkeerde in mei 1945 in zo’n slechte staat, dat een grondige restauratie noodzakelijk was l . In september 1945 werd Ds. M.H.A.L.H. van der Valk als predikant bevestigd.
In 1951 stelde de kerkenraad een commissie voor de zending en een commissie voor het jeugdwerk in. Ds. van der Valk vertrok in mei 1951 uit Weert en werd op I maart 1953 opgevolgd door Ds. C. Dolman.
Op I november 1952 waren de Hervormde Gemeenten Weert en Budel een combinatie aangegaan, waardoor beide gemeenten door één predikant bediend zouden worden. De gemeente Weert moest daartoe jaarlijks f 1.1 10,- aan de gemeente Budel betalen ter compensatie van het bedrag aan rijkstractement dat door de samenvoeging van de rijkstractementen ten goede kwam aan de in Weert gevestigde predikant lfi .
De combinatie-overeenkomst werd in 1960 ontbonden, waarna Ds. Dolman consulent werd te Budel. Van 1954 tot 1958 maakte de wijk Weert van de Gereformeerde Kerk te Roermond op zondagmiddag gebruik van het kerkgebouw 16 Vanaf 8 oktober 1967 was er wederom sprake van medegebruik. In maart 1955 gingen enkele ontevreden gemeenteleden over tot het stichten van een Vrije Hervormde Gemeente Weert, doch na enkele maanden keerden zij weer in de schoot van de gemeente terug. De Hervormde Gemeente verhuurde in 1957 een gedeelte van het perceel aan de Maaspoort aan de burgerlijke gemeente Weert voor de bouw van een protestantse kleutersch001 17 . Op 18 januari 1959 werd voor het eerst een vrouw bevestigd als kerkeraadslid, te weten Mw. Barten.
De jaren zestig en zeventig werden gekenmerkt door bouwplannen. Toen het bestuur van de protestantse school begin 1962 toestemming kreeg voor de bouw van een lagere school op een terrein aan de Dr. Kuyperstraat, gingen er stemmen op om aldaar een protestants centrum te vestigen, bestaande uit lagere school, kleuterschool, kerk, gemeentecentrum en pastorie. Architect Tybout, die de lagere school had ontworpen, maakte een situatieschets en op 28 juni 1963 verleenden burgemeester en wethouders aan de kerkeraad voor de duur van twee jaar optie op het naast de school gelegen terrein. Overwogen werd om samen met de Gereformeerde Kerk een nieuw kerkgebouw en gemeentecentrum te stichten. De Kerkvoogdijkamer van het Provinciaal College van Toezicht in Noord-Brabant en Limburg was echter van mening dat niet tot gezamenlijke kerkbouw moest worden overgegaan, omdat dit elders tot moeilijkheden aanleiding had gegeven. De Kamer adviseerde dat één van beide kerken de bouw voor haar rekening zou nemen en het gebouw dan aan de andere zou verhuren. De Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk stelden vervolgens een commissie in om een en ander voor te bereiden en uit te werken. Tot realisatie van de plannen is het evenwel niet gekomen, want op 30 september 1965 liet de Kerkvoogdijkamer weten dat er op dat moment voor de Hervormde Gemeente nog geen noodzaak was voor het bouwen van een nieuwe kerk en dat men geen nieuwe plannen moest laten maken ‘8 .
De gemeente zat evenwel niet stil en liet in 1966 architect Peter Sigmond uit Heerlen plannen ontwikkelen voor de uitbreiding van de bestaande kerk en de bouw van een gemeenschapsruimte. De kosten werden geraamd op f 1 15.500,00. In 1968 werden de plannen echter in de ijskast gezet wegens de terugloop van het kerkbezoek en de relatief hoge kosten 19 . Van de burgerlijke gemeente Weert werd toen voor een bedrag van f 2000,00 de voormalige kleuterschool overgenomen, die door het schoolbestuur was ontruimd. Het gebouw werd gebruikt door kinderoppas, zondagsschool, catechisatie, jeugdclub en instuif2() Vanaf 1968 werden er gezamenlijke kerkdiensten van hervormden en gereformeerden gehouden.
Deze gezamenlijke diensten werden steeds talrijker en vanaf I juli 1971 waren alle diensten gemeenschappelijk. Nadat de kerkenraad en de wijkraad van de Gereformeerde Kerk al meermalen informeel bijeen waren gekomen, gingen zij vanaf 21 oktober 1971 gezamenlijk vergaderen.
In 1970 vertrok Ds. Dolman uit Weert na de gemeente 17 jaar bediend te hebben. Hij werd een paar jaar later opgevolgd door Ds. J.R.F. Heine. Mede in verband met de komst van een nieuwe predikant werd de pastorie in de jaren 1970 en 1971 gerenoveerd en verbouwd 21 .
In 1972 werd definitief besloten tot restauratie, verbouwing en uitbreiding van de kerk en het gemeentecentrum. Architectenbureau Damen en De Wit uit Someren ontwierp de plannen, waarna aannemersbedrijf Weekers en Bensen uit Weert op 19 november 1973 met de werkzaamheden startte. De gemeente vond tijdelijk onderdak in de dagkapel van de paters Franciscanen aan de Biest. Op 12 oktober 1974 vond de officiële opening plaats, bij welke gelegenheid het Actiecomité Kerkenbouw een nieuw orgel schonk. De kosten van het project bedroegen ca. f 345.000,0022
Interieur van de kerk.
Inmiddels waren de Hervormde Gemeente Weert en de Hervormde Gemeente Budel, die geen levensvatbaarheid meer bezat, op I juli 1973 samengevoegd tot Hervormde Gemeente Weert/Budel. De pastorale verzorging in Budel werd reeds sinds I februari 1972 door de Weerter predikant uitgeoefend. Met ingang van I juli 1973 werden de dorpen Maarheeze en Sterksel, die voorheen tot de Hervormde Gemeente Budel hadden behoord, bij de Hervormde Gemeente Heeze gevoegd23 . De Hervormde Gemeente Weert/Budel omvatte vanaf voornoemde datum de volgende plaatsen: Weert, Nederweert, Meijel, Roggel, Baexem, Grathem, Ell, Haler, Stramproy, Budel, Schoot, Dorplein en Gastel. Op 31 januari 1975 verkocht de gemeente aan de Kirchenkreis Aachen het kerkgebouw met pastorie en bijbehorende grond te Budel voor de som van f 500.000,00. Als voorwaarde werd gesteld dat de Hervormde Gemeente Weert/Budel het kerkgebouw mocht blijven gebruiken voor het houden van kerkdiensten.
Ds. Heine vertrok in 1976 uit Weert en werd twee jaar later opgevolgd door Ds. J.G. Jullens. Nadat Ds. Heine de pastorie had verlaten “ontfermden” krakers zich over het pand. Na ontruiming bleef een gehavende pastorie over. In 1978 werd zij gerenoveerd, verbouwd en uitgebreid. De kosten bedroegen ca. f 263.000,00 25
Intussen hadden kerkenraad en wijkraad op 27 oktober 1977 een structuurgroep in het leven geroepen die de opdracht kreeg advies uit te brengen over een structurele opbouw van het gemeentewerk. Naar aanleiding van dit advies werd besloten tot de instelling van werkgroepen, die ieder een deel van de taak van de kerkenraad zouden moeten behartigen. In totaal werden er negen werkgroepen ingesteld: pastoraat, financiën, jeugdwerk, diakonaat en zending, eredienst, federatie, externe zaken, toerusting en oecumene”.
Tegen het einde van de jaren zeventig ontstonden er binnen de gemeente grote problemen in de communicatieve sfeer die onoplosbaar bleken. De kerkenraad trok daaruit de consequenties en trad op 15 oktober 1979 in zijn geheel af. De voorzitter en scriba bleven als oud-kerkenraadslid tijdelijk aan om de lopende zaken af te handelen. Het Breed Moderamen van de classis Maastricht ging als ad-interim kerkenraad fungeren. Uit gemeenteleden werd een commissie gevormd met het doel het scheppen van een gunstig klimaat voor het houden van een kerkenraadsverkiezing en het waarnemen van een aantal taken. Op verzoek van de Provinciale Kerkvoogdij Commissie in Noord-Brabant en Limburg bleven de ex-kerkvoogden de dagelijkse kerkvoogdelijke werkzaamheden voortzetten. In maart 1981 trokken zij zich echter terug, waarna de Provinciale Kerkvoogdij Commissie zich genoodzaakt zag twee gedelegeerd kerkvoogden te benoemen. Een administrateur voerde het dagelijkse financiële beheer. Begin 1980 nam Ds. Jullens ontslag. Op 4 mei 1980 werd een nieuwe kerkenraad bevestigd. Het duurde nog tot 15 november 1981 vooraleer een nieuw College van Kerkvoogden in functie trad.
Sinds 1979 hadden de Hervormde Gemeenten in Midden-Limburg (Roermond, Stevensweert/Maasbracht en Weert/Budel) en de Gereformeerde Kerk te Roermond overleg gepleegd om te komen tot een nauwere samenwerking. De opzet was het behoud van drie predikantsplaatsen in Midden-Limburg, alsmede het verkrijgen van een gezonde financiële basis. Het overleg leidde ertoe dat per 31 december 1983 de volgende besluiten geëffectueerd konden worden:
- De drie wijken van de Gereformeerde Kerk te Roermond institueren zich tot drie zelfstandige kerken, te weten de Gereformeerde Kerk te Roermond e.o., te Weert e.o. en te Maasbracht e.o.
- De Gereformeerde Kerk te Weert e.o. verbindt zich met de Hervormde Gemeente Weert/Budel tot de Reformatorische Kerkgemeenschap Weert e.o. (idem Maasbracht en Roermond).
- De Hervormde Gemeenten te Roermond, te Stevensweert/Maasbracht en te Weert/Budel verenigen zich tot een Hervormde Streekgemeente Midden-Limburg.
- De Hervormde Streekgemeente Midden-Limburg verbindt zich met de drie Gereformeerde Kerken tot de Reformatorische Streekgemeente Midden-Limburg.
Op 31 december 1983 hield de Hervormde Gemeente Weert/Budel dus op te bestaan en ging op in de Reformatorische Kerkgemeenschap Weert e.o. 27 .
Op die datum bedroeg het aantal lidmaten van de hervormde gemeente:
totaal | actief | passief | |
belijdende leden | 264 | 234 | 30 |
doopleden | 418 | 352 | 66 |
overige leden | 422 | 331 | 91 |
Er waren 134 gereformeerden (71 belijdende leden en 63 doopleden).
Het zou overigens nog tot 1987 duren voordat Weert weer een hervormde predikant mocht begroeten in de persoon van Ds. I.J. Walpot.
Noten
- Korporaal, T.L. Een stukje Weertse kerkgeschiedenis, in: Bethelkoerier september 1986, 21.
- GA Weert. Nieuw Archief Weert (NA W), inv. nr. 1866.
- NAW, inv. nr. 1 864.
- NAW, inv. nr. 2216.
- NAW, inv. nr. 1865.
- NAW, inv. nr. 1866.
- GA Weert. Archief Hervormde Gemeente Weert (HG W), inv. nr. l, titelpagina en pag. I .
- Korporaal, 22
- NAW, inv. nr. 1 865.
- NAW, inv. nr. 1867.
- HGW, inv. nr. 248.
- HGW, inv. nrs. 1 en 222.
- HGW, inv. nr 1
- HGW, inv. nr. 299. Begroting van inkomsten en uitgaven 1945.
- HGW, inv. nr. 5 1
- HGW, inv. nr. 78.
- HGW, inv. nr. 278.
- HGW, inv. nr. 229.
- HGW, inv. nr. 230
- HGW, inv. nr. 280.
- HGW, inv. nr. 252
- HGW, inv. nrs. 231 en 232.
- HGW, inv. nr. 52.
- HGW, mv. nr. 293.
- HGW, inv. nr. 253.
- HGW, inv. nr. 23.
- HGW, inv. nr. 56.
- HGW, inv. nr. 385.
Lijst van predikanten
1852-1855 | Begemann (uit Roermond) |
1855-1859 | De Jong (hulppredikant) |
1860-1883 | J.H. Berghege Az |
1900-1906 | C.A. Klinkenberg (tijdelijk) |
1907 | F.G. Moeton (tijdelijk) |
1909-191 1 | A.W. Huiskamp |
1912-1920 | D.W.O. Miihtnickel |
1920-1924 | J.P. Miedema |
1924-1926 | Jac. de Prec |
1927-1935 | P.A.C. Douwes |
1936-1944 | J.R.B. Feykes |
1945-1951 | M.H.A.L.H. van der Valk |
1953-1970 | C. Dolman |
1971 _ 1976 | J.R.F. Heine |
i 978-1980 | J.G. Jullens |
1987-1993 | I.J. Walpot |
Stichting Historisch Onderzoek Weert