Terugkoppeling bevindingen ds. Aafke Zaal

deel bericht:

Op zondag 6 oktober presenteerde ds. Aafke Zaal onder grote belangstelling haar bevindingen tot nu toe tijdens het koffiedrinken na de dienst. We gunnen ook degenen die daarbij niet aanwezig konden zijn om hiervan deelgenoot te worden. Daarom hebben we er voor gekozen haar verhaal hier in zijn geheel te plaatsen. Ook voor de aanwezigen geeft dat de gelegenheid om het nog eens op het gemak terug te kunnen lezen.

Opdracht

Van de kerkenraad heb ik de opdracht gekregen om te onderzoeken welke vormen van verbindingen in de gemeente het geloofsgesprek en de onderlinge band versterken nu en op de lange termijn. De kerkenraad wilde daarbij graag dat ik zou beginnen bij het seniorenpastoraat.

Wat heb ik gedaan?

Ik ben, op verzoek van de kerkenraad, in maart begonnen met het bezoeken van mensen. Dat ging zo: ik kreeg een lijst van namen. Annelies heeft die lijst van namen voor mij opgesteld en met mij doorgenomen en ook de afspraken gemaakt voor de bezoeken.

Dat was een hele prettige manier van werken.

Naast de bezoeken heb ik een heel aantal bijeenkomsten bijgewoond waar de gemeente samenkomt (en dat is op veel plekken!).

Zoals: de seniorenbijeenkomst, koffie met, ontmoetingsochtend, bijbelstudiegroep, MDO.

Ook ben ik in april voorgegaan in een kerkdienst.

Verder heb ik gesprekken gehad met de mensen van de pastorale raad, de leiding van het jeugd- en jongerenwerk (kindernevendienst en oudere jeugd) en woonde ik om de maand de moderamenvergadering en de kerkenraadsvergadering bij. Ook ging ik mee met het uitstapje voor vrijwilligers naar Kessenich en ontmoette ik gemeenteleden tijdens de twee avonden in augustus om met vrijwilligers kennis te maken.

In eerste instantie heb ik voornamelijk geluisterd en gekeken: wie is wie, hoe zit deze gemeente in elkaar, wat valt me op, wat hebben jullie nodig nu en op de lange termijn (opdracht).

Indruk die ik heb van de gemeente

Jullie zijn een mooie en goede en gezonde gemeente!

Ik heb in de afgelopen jaren ook in andere gemeentes gewerkt, waar het er heel anders aan toeging: conflicten, moeilijke keuzes die gemaakt moesten worden, onderlinge verdeeldheid. Overal is natuurlijk wel wat aan de hand, nergens is iedereen het in alles met elkaar eens, maar toch kan gezegd worden dat ik een hele goede en positieve indruk heb van jullie gemeente. Er heerst een prettige sfeer, er is vrede, ik heb veel bijzondere en gedreven mensen ontmoet, er wordt met enorm veel trouw en toewijding en inzet door heel veel mensen hard gewerkt om de boel draaiende te houden. Jarenlang, soms al tientallen jaren lang. Dat maakt dat alles reilt en zeilt, ook na 2,5 jaar vacaturetijd. De kerkenraad is op sterkte. Dat is misschien voor jullie zelf heel normaal, maar ik vind het bijzonder om dat te zien. Dus: complimenten aan jullie allemaal. Weet je gezegend om deel te zijn van een gemeenschap als deze.

Wat ik tegenkwam

In het gesprek met de pastorale raad bleek dat er behoefte was aan toerusting. Daarom hebben we afgelopen dinsdag met elkaar een toerustingsbijeenkomst gehad. Daar hebben we o.a. gesproken over de vraag hoe je in bepaalde gesprekssituaties kan reageren (moeilijke vragen, ernstige zieken, als het heel dichtbij komt).

Maar ook namen we met elkaar een aantal mogelijke opzetten door voor ontmoetingsmiddagen en heb ik een ring gemaakt om teksten aan te reiken in bepaalde situaties (laten zien). Op 12 november zullen we nog een toerustingsbijeenkomst hebben en dan bespreken we situaties uit de praktijk. Ook hebben we gesproken over het bezoekwerk zelf. Dat bevindt zich in een veranderingsproces. Er is een klein groepje mensen dat bezoekwerk doet en het bezoekwerk zoals dat gedaan werd heeft een herijking nodig. Dit onderwerp is ook op de vrijwilligersavonden aan bod gekomen. Mijn advies is dan ook (dit is ook met de pastorale raad besproken) om de lijst met gemeenteleden opnieuw langs te gaan en het bezoekwerk opnieuw in te delen. En daarbij te kijken: welke gemeenteleden ‘vallen buiten de boot’ (idee van de vrijwilligersavond) en hoe houden we contact met elkaar. Dat laatste is een verantwoordelijkheid van de hele gemeente. Dat kan ook andere vormen krijgen. Bijv.: trek een telefoonnummer en bel eens iemand. Of een lief- en leed-mail. Pastoraat is niet alleen maar: dominee/lid pastorale raad bezoekt gemeentelid, maar gaat ook over gemeenteleden onderling. ‘Hart van de gemeente is: omzien naar elkaar/saamhorigheid/verbinding’ volgens de vrijwilligersavonden, dus dat is mooi om daar met elkaar over na te denken. ‘Waar je schat is, is ook je hart’.

Niet alleen de pastorale raad, maar ook de kerkenraad gaf aan behoefte te hebben aan een bijeenkomst waarin toerusting centraal staat. Deze bijeenkomst is gepland voor 4 november en we zullen in de kerkenraad van morgen 7 oktober met elkaar vaststellen wat precies het onderwerp van de toerusting is. Ik verwacht dat de thematiek gaat over: hoe houden we het bestuurlijk vol? Het loopt nu nog allemaal goed, maar hoe lang gaat het duren voordat de noodzaak er is om ‘lichter te besturen’? Er wordt ontzettend veel, soms heel taai, werk verricht achter de schermen. Dat moet wel gedaan worden, wil het blijven draaien. Fijn als dat gezien en gewaardeerd wordt.

En een thema dat ook aan de orde zal komen is: wat vinden we belangrijk om te doen en hoe gaan we daar op inzetten de komende tijd? En: hoe houden we het vlammetje van het geloof en inspiratie gaande? De toerusting vindt plaats in het klooster van de zusters Birgitinessen, eerst een maaltijd en daarna het inhoudelijke gedeelte.

Met de dames van het kinder- en jeugdwerk heb ik niet alleen gesproken over waar staan we nu, wat zijn de dingen die goed gaan/vreugde geven en waar zit de zorg? Maar hebben we ook -en daar zijn we mee begonnen – het geloofsgesprek met elkaar gevoerd: wat drijft je, waar zit je inspiratie, wat is er zo kostbaar aan het werk?

Het geloofsgesprek is voorafgegaan aan het gesprek over structuur en beleid. En dat was een hele mooie en inspirerende avond met elkaar. Er werd zelfs aan het eind van de avond gezegd: daar kan geen kerkdienst tegenop. In het kerkblad De Bethelkoerier hebt u kunnen lezen wat de uitkomsten waren van de gesprekken die de leiding van de kindernevendienst met elkaar heeft gehad (voorlopig iedere week KND blijven aanbieden, vorm en inhoud wordt nog nader ingevuld).

Het gesprek met de leiding van de oudere jeugd vindt plaats op 2 december a.s. Ook dat is een gesprek over vorm en inhoud, want ook daar is de bevlogenheid om het voorlopig te blijven aanbieden nog aanwezig. Maar hoe, hoe vaak, wanneer, voor wie…. Dat is de zoektocht die gemaakt moet worden met elkaar.

In de planning staat verder nog een bijeenkomst met de mensen die willen kijken naar het voorbereiden van kerkdiensten, waarbij geen voorganger aanwezig is. Dat heeft enerzijds te maken met een noodzaak die er nu al is en in de toekomst toe zal nemen, namelijk: gebrek aan voorgangers. Het is afgelopen jaar al een paar keer gebeurd dat een voorganger (op het laatste nippertje) afzegde en er niet of met veel moeite een vervanger gevonden kon worden. Anderzijds heeft dat te maken met de ervaring dat kerkdiensten die op een andere manier ingevuld worden, heel inspirerend blijken te zijn voor veel gemeenteleden. Bijv. de dienst over dankbaarheid met Jefta of het geloofsgesprek met de leiding van het kinder- en jeugdwerk. Het is dus ontzettend leuk om van die nood een deugd te maken en te kijken: hoe kunnen we die lijn oppakken met elkaar. Ook bezien vanuit mijn opdracht: verbindingen zoeken in de gemeente die de onderlinge band en het geloofsgesprek versterken. Deze bijeenkomst staat gepland voor 28 oktober a.s.

Ook mooi om te vertellen is dat ik een aantal Seniorenbijeenkomsten heb bijgewoond en op de laatste bijeenkomst aan de aanwezigen heb gevraagd een paspoort te maken, waarop o.a. de vraag stond: wat zoekt/verwacht men van de middagen en waar zou men het graag over willen hebben komend jaar.

Voor de meeste mensen was het belangrijk om elkaar te ontmoeten, met elkaar in gesprek te raken over geloof en leven. Diep en licht tegelijk.

Precies ook wat aansluit bij mijn opdracht: verbindingen onderzoeken die het onderlinge contact en het geloofsgesprek versterken. Natuurlijk is voor de één het onderlinge contact belangrijker dan het geloofsgesprek en voor de ander is juist het geloofsgesprek weer wezenlijk. En soms heb je zelf meer behoefte aan onderling contact en een andere keer ben je meer bezig met wat het geloof met je doet of hoe het je bevraagt. Maar het zijn wel de twee pijlers waar een geloofsgemeenschap op rust. Of eigenlijk zijn het er drie: God, ik en de ander. Die moeten in balans zijn.

Wat mij opviel

Net als alle andere gemeentes in Nederland bevindt Weert zich in een moeilijke tijd om gemeente te zijn. De maatschappij verandert in sneltreinvaart, op alle vlakken. De kerk verandert net zo hard mee, zo niet sneller. Wat we in Weert zien, zien we in heel Nederland: algehele terugloop, jongeren ontbreken, moeite met bemensing, (‘als jij nog iemand tegenkomt die in het MDO wil…?’), mensen ervaren het als een ‘neergaande spiraal’: “Vroeger bestelden we 50 boekjes voor de kinderen met Kerstmis”; “Hoe kunnen we de kerkenraad aantrekkelijk maken voor jonge mensen?”; “De jongere garde moet het over gaan nemen, maar die laten het erbij zitten”; “Contact leggen met nieuw ingekomenen voelt als trekken aan een dood paard”.

Uit alles spreekt verdriet over een tijd die er niet meer is en, zeg ik er maar meteen bij: ook nooit meer terugkomt. Het is een stuk rouw die er is. Dit is belangrijk om onder ogen te zien.

Aan de andere kant hoor ik, ook in Weert, geluiden als: willen we dat überhaupt wel, dat het weer wordt zoals het was?; We zoeken inspiratie, die vinden we niet altijd in de bestaande opzetten of in de kerkdienst; Structuren vinden we eigenlijk helemaal niet meer zo belangrijk, maar het verhaal van God willen we wel met elkaar blijven delen. Daarin hoor ik een nieuw geluid, dat opborrelt naast dat andere geluid. Dat is hoopgevend, maar ook spannend. Hoe laat je die naast elkaar bestaan en geef je die allebei de ruimte?

Ik benoem dit allemaal maar eens open en bloot, want ik weet eigenlijk niet of die verschillende stemmen wel eens hardop klinken en naar elkaar uitgesproken worden. Misschien zijn er wel meer die zich hierin herkennen. Zorgen om de instandhouding van de organisatie en de structuur van de kerk, naast het verlangen naar inspiratie en verdieping. Twee stromen bestaan naast elkaar. Ze staan niet tegenover elkaar, maar komen uit dezelfde bron voort, namelijk: wat we hier met elkaar doen/hebben/hadden is kostbaar en willen we doorgeven naar de toekomst.

Dat betekent wel dat we dat eerst onder ogen moeten zien en erkennen. En met elkaar in gesprek moeten zijn en blijven: weten wat de ander beweegt, bezielt, benauwt: ‘elkaars lasten dragen’. Ik denk dat dat ook heel belangrijk is als je wil zoeken naar verbindingen: blijf met elkaar in gesprek, niet alleen over de toekomst, maar vooral ook over het nu. Daarom is een bijeenkomst als deze ook zo goed. Daarom waren de gesprekken met de vrijwilligers/pastorale raad/leiding kinderwerk/seniorenmiddag ook goed. Blijf dat doen. Met de focus op de vraag: wat is belangrijk in het verhaal van God met mensen?; Wat inspireert ons?; Hoe houden we onze inspiratie gaande en hoe blijven we dat met elkaar delen?; Waar en voor wie?; Wat hebben we daarvoor nodig, van elkaar en/of van een interim predikant?

De bijeenkomst werd afgesloten met een kort gesprek over de vragen:

– Wat valt je op in wat is gezegd?

– Wat is daarin waar je mee verder zou willen gaan in de nabije toekomst?

De tijd ontbrak om dat uitgebreid te kunnen bespreken. Daarom is de wens uitgesproken dit gesprek eind van het jaar voort te zetten.